De dolle avonturen van Bart in de USA – deel 3

Some guys have all the luck. Of dat zeggen ze toch. Vorig jaar nog vertoefde art director Bart Knockaert enkele weken in China voor een werkreis, en sinds vorige week wordt hij ‘uitgeleend’ aan Periscope, een groot reclamebureau in Minneapolis, USA. Gezien het grote succes van zijn China-dagboek zal Bart ook nu weer regelmatig zijn nieuws aan het thuisfront delen op deze blog. Verwacht u aan verhalen over vreemde ontmoetingen, licht afwijkende werkmethodes en andere cultuurschokken.

BREAKFAST AT JENNY’S
Het ontbijt in het hotel is een bescheiden buffet met bagels, toastbrood en twee soorten muffins. Er is fruitsap, thee en koffie, vier soorten ontbijtgranen en in de hoek staat een pot warme oatmeal te dampen. Oatmeal is hier een klassiek onderdeel van het ontbijt en met een handvol rozijnen vind ik het best lekker. Andere warme gerechten, zoals ei en spek, laat ik liggen. Er zijn ook wentelteefjes maar die liggen samen met de gerookte ham onder de warmtestolp en de smaak geeft af. Ik krijg het niet binnen. Ik beperk me meestal tot een getoaste bagel met pindakaas, wat fruit, vul een plastic kommetje met oatmeal of ontbijtgranen en werk dat met mijn plastic lepeltje naar binnen. Het plastic was – moet ik toegeven – even wennen.

Wat de ochtend echt bijzonder maakt, is Jenny, de ontbijt-mevrouw van het hotel. Jenny is een peervormige blanke mevrouw met een van nature nors gezicht. Ze is het type persoon waarvan het moeilijk naar de leeftijd raden is. Laat ons het houden op ‘ouder’. Ze heeft een oranje schort om en over haar ongewassen haren zit steevast een zwarte baseballpet. Haar kledij accentueert haar gedrongen gestalte maar dat lijkt ze helemaal niet belangrijk te vinden. Ze kwijt zich wel ijverig en plichtbewust van haar taak. De eerste dagen beperkte de communicatie zich tot kordate maar vriendelijke begroetingen (“Good Morning” / “Have good daaay!“) en een monotoon “Hot food coming out!” als ze de roereieren weer eens aanvult. Maar alles veranderde toen er voor het eerst kinderen in de zaal zaten. Peuters en Jenny zijn een licht ontvlambare combinatie, ze is er dol op. “Well Good MorNing SunShine! How Are You ToDay!“, klinkt het luid en opgetogen. Als ouders tegen hun kinderen praten, proberen ze hun dialect zo goed mogelijk op te poetsen, maar mensen zonder kinderen beperken zich meestal tot een vreemde, expressieve variant van hun gewone stem. Zo ook Jenny. Met een indringend Sesamstraat-stemmetje benadrukt ze enthousiast al haar lettergrepen. Ik ben er doorgaans meer van slag van dan de kinderen. Aan een mama legt Jenny uit dat haar zus er gek van wordt, als ze het doet bij haar neefje: “But I can’t help it.” en tegen het kleine meisje “No, I Can’t Help It, Can I? Are You Going To Play ToDay? I Would AlSo Like To Play. But I Can’t. No I Can’t. I Have To Work.” Het is een grappig en tegelijk hartverwarmend ritueel. Jenny is met voorsprong mijn favoriet onder het hotelpersoneel.

Veel gasten vullen hun bord zo vol als mogelijk en gaan in hun kamer ontbijten. Ik niet. Ik zit hier goed in de zaal: mensen kijken. Op een zaterdagmorgen is de sfeer altijd anders. Ik ben dan doorgaans de enige die er alleen zit. De andere gasten zijn er even tussenuit: een  weekendje met het gezin. Het doembeeld van de zondagavond met de daarop volgende maandagmorgen is niet veraf dus wordt er veel gelachen en van het ‘samen ontbijten’ genoten.

Ik heb mijn plek al gereserveerd. Mijn thee staat te trekken op een van de ronde tafels in het midden van de ontbijtzaal. Dat zijn veruit de beste tafels. Bij het venster voel je de airco te hard en dichter bij het buffet is het te druk. Ik ben aan het wachten tot de toaster mijn bagels uitspuwt als er een ouder koppel binnenkomt. De vier mensen aan het tafeltje naast het mijne staan recht en komen hen tegemoet. Er wordt omhelsd en hartelijk begroet. Het blijken 3 bevriende koppels te zijn die het weekend samen gaan doorbrengen. We zitten in Amerika dus zijn ze allemaal van elders hiernaartoe gevlogen en het laatste koppel is pas in de loop van de nacht gearriveerd. De sfeer is uitgelaten, er wordt verteld en veel gelachen en ik moet toegeven dat het een beetje steekt. Ik was hier vandaag ook liever met Griet, de kinderen en een aantal goeie vrienden geweest. Gelukkig wordt het weer vandaag fantastisch. Straks spring ik op de fiets, ga ik deze mooie stad verkennen en blaast de wind de muizenissen uit mijn hoofd. En trouwens, ik weet niet of onze Lena zo opgezet zou zijn met Sesamstraat-Jenny en haar lettergrepen.

QUOTE (zaterdag, First Avenue)
Alex Turner van Arctic Monkeys na het spelen van Cornerstone: “I’d thought I’d slow it down a bit. But that’s not really what you’re here for is it?” Waarna hij de eerste riff van ‘I Bet You Look Good on the Dancefloor’ inzet en het dak helemaal van de keet gaat. Het Amerikaanse publiek moet je niet leren hoe ze moeten rocken.

THE MEXICAN LAUNDROMAT STORY
Ik hoor dat enkele mensen van Periscope mijn blog in Google Translate gooien om te kunnen meelezen. Benieuwd naar het resultaat heb ik het ook eens geprobeerd en eigenlijk wordt alles grappig als je het met Google vertaalt. Dit verhaal dus voor de Amerikaanse collega’s. Ik heb het ‘s middags eens aan tafel verteld en blijkbaar vinden jullie (vooral de dames) dit heel erg grappig.

Ik heb in mijn leven nog nooit zelf mijn kleren gewassen. Ik weet het, ik weet het, maar het is er gewoon nog nooit van gekomen. Met koken is dat ongeveer hetzelfde, al kan ik wel puree maken en een visje braden. Maar kleren wassen? Dat is volstrekt onontgonnen gebied. De Laundry Service in het hotel is jammer genoeg te duur en na twee weken Minneapolis, een paar keer fietsen en een ongelukje met een bus scheerschuim is verder uitstel onmogelijk geworden. Gelukkig doublebaggen die gekke Amerikanen altijd de boodschappen (ze doen je aankopen in de supermarkt altijd in twee plastic zakjes) dus kan ik twee vrij stevige zakken maken waar de berg wasgoed in past.

Ik google enkele Laudromats en kies er één uit op basis van de prijs, de reviews en de aanwezigheid van wifi. Het is een vrij grote wasserette en ze zit (op één blank meisje na) vol Mexicaanse gezinnen. Verder zijn het vooral de gigantische, glimmende toestellen die indruk maken. Amerikaanse droogtrommels hebben de ambitie van een bescheiden Boeing-motor en in de wasmachines worden hele tapijten gewassen.

Zeep heb ik niet bij (niet aan gedacht) maar er is een automaat. En mensen! Hier moet toch eens over nagedacht worden: er is poeder, er zijn flacons, er is wasverzachter, vlekkenvreter (?), iets voor wit, iets voor kleur, iets voor ‘heel vuil’, voorwas, stijfmiddel… Mijn eerste aankoop blijkt wasverzachter (dat zie ik pas na het ontcijferen van de gebruiksaanwijzing). Ik heb ooit gehoord dat wasverzachter ‘niet goed’ is en hier zitten verdomme mijn leukste t-shirts tussen, dus ik wil het niet gebruiken. Ik koop uiteindelijk een flacon Suavitel Fabric Conditioner. Ik weet niet wat het is maar het lijkt me veilig: “Soft as a Mother’s Love” is de baseline en – niet onbelangrijk – er staan ook doseringen op vermeld.

Ik twijfel even: zou ik uitleg vragen aan het blanke meisje aan de andere kant? Mijn trots wint uiteindelijk het pleidooi en ik zoek een machine tussen de anciens (dan kan ik spieken). Ik vermoed dat mijn vertwijfeling zichtbaar is want een Mexicaanse papa lacht me bemoedigend toe. Naast een gleufje voor quarters zitten er – goddank – maar drie knoppen aan de wasmachine: Cold Wash, Hot Wash en Colors & Delicacies. Behalve één rood T-shirt, twee jeansbroeken en een paar kleurige onderbroeken (dank u Griet) is alles zwart of grijs. Sorteren lijkt me belachelijk want de wasmachine is gemaakt op maat van een gemiddeld Mexicaans gezin en is groot genoeg voor twee volle maanden van mijn vuile was. Alles vliegt dus samen in de trommel en ik kies Cold Wash. Daarna moet je de gewenste tijd instellen: hoe meer je betaalt, hoe langer je wast. Die keuze is vrij makkelijk. Ik volg de goede raad van mijn pa: “Kies altijd iets in het midden.”:  35 minuten.

Ik probeer me tijdens de was op mijn tekst te concentreren maar plots begint er een van de kindjes met mijn plastieken zakken te spelen. Nu ben ik er de mens niet voor om moeilijk te doen over wat plastieken zakjes maar als ze stuk zijn, raak ik nooit meer met de fiets thuis. Ik hou het ventje dus in de gaten en besluit pas in te grijpen als het verkeerd gaat. Gelukkig komt de mama na een tijdje tussenbeide en stop ik de zakjes snel in mijn computertas.

Na nog een half uurtje droogtrommelen is de handel klaar. De schrik slaat me om het hart als ik mijn eerste T-shirt uit de mand pluk. De stof rond de aap die in dikke, witte print op het grijze shirt staat, is een beetje opgefrommeld. Een snelle inspectie later blijkt dat ik misschien een beetje te enthousiast gekozen heb voor de droogkast met ‘iets in het midden’ . Ik kan mijn kleren moeilijk hier in de wasserette passen dus doe ik zoals de mama naast mij. Ik plooi de was netjes in gelijke rechthoeken en sorteer alles mooi in mijn twee zakken. Ondertussen is het donker geworden en ik heb geen licht op mijn fiets (moet dat morgen dus zeker gaan kopen). Daarnet was het al geen sinecure met de zakken aan het stuur dus rijd ik de weg naar huis maar op het voetpad. Straks de shirts eens passen op de kamer en hopen dat het meevalt…

Volgende week op het programma: een bezoek aan Studio On Fire, ik ga meespelen met het gemengd voetbalteam van Periscope, werk aan verpakkingen voor vitaminen en pik hoogstwaarschijnlijk een filmpje mee.

1 Response to “De dolle avonturen van Bart in de USA – deel 3”


  1. 1 Johan June 8, 2011 at 2:55 pm

    Hey Bart,

    Hier vind je een paar wastips -)
    Is voor mij ook al handig geweest!
    http://www.leukedinges.be/wastips.php

    Succes!
    johan


Leave a comment